dinsdag 13 september 2011

MalMalum

MalMalum, de reproductie van het kwaad.
Ruimtelijk manuscript op verzoek van Stichting Vedute.
Nog t/m 8 oktober te zien bij Arcam Amsterdam.


44 x 32 x 7 cm.
gips en strijkrubber








zondag 11 september 2011

MalMalum, of de reproductie van het kwaad

Genesis 3.1

Van alle in het wild levende dieren die God gemaakt had, was de slang het sluwst. Dit dier vroeg aan de vrouw: ‘Is het waar dat God gezegd heeft dat jullie van geen enkele boom in de tuin mogen eten?’ ‘We mogen de vruchten van alle bomen eten,’ antwoordde de vrouw, ‘behalve die van de boom in het midden van de tuin. God heeft ons verboden van de vruchten van die boom te eten of zelfs maar aan te raken; doen we dat toch, dan zullen we sterven.’ ‘ Jullie zullen helemaal niet sterven’ zei de slang. ‘Integendeel, God weet dat jullie de ogen zullen opengaan zodra je daarvan eet, dat jullie dan als goden zullen zijn en kennis zullen hebben van goed en kwaad.’

Daar is het dus allemaal begonnen. Door van de verboden vrucht te eten plaatste de mens zich naast God. Het is het moment waarop de mens mens wordt en het kwaad in de wereld komt.

Hoewel het woord appel niet valt in de bijbel, is de appel wel het zinnebeeld geworden voor de verleiding en het kwaad. De oorspronkelijke tekst in het Hebreeuws spreekt van een vrucht. Er is altijd gegist naar welke vrucht dat precies geweest moet zijn. Granaatappel en kweepeer zijn waarschijnlijker maar in alle iconografie wordt echter zonder pardon een appel afgebeeld. Het gebruik van de appel als de verboden vrucht vindt zijn oorsprong in de oude Latijnse vertaling van de bijbel, het Vulgaat. Het woord appel, malum, is in het Latijn namelijk hetzelfde als het woord voor kwaad of onheil. Twee loten aan dezelfde stam.

Het woord mal was niet de aanleiding voor mijn ruimtelijk manuscript, de woordspelling ontdekte ik gaandeweg. Dat het woord malum of malus behalve appel ook kwaad betekent in het Latijn was voor mij, als kunstenaar, een godsgeschenk. Alles paste ineens in elkaar.

Zonder mal geen appel en zonder appel geen verhaal, en geen zondeval. Het is de mal vóór het afgietsel, als ruimtelijk negatief van de appel én de beet. Het kwaad is reeds meegegoten in de mal en eindeloos geschikt voor reproductie. Want kwaad reproduceert immers kwaad.

11 september 2011