Tauromaquia, de
kunst van het stierenvechten (naar Goya)
Geen stier. Dit is
geen stier, laat staan een stier die op het punt staat te sterven.
Wanneer ik naar de
Tauromaquia-etsen van Goya kijk heb ik nauwelijks oog voor het onderwerp; het stierengevecht.
Het bloedstollende schouwspel dat steevast eindigt met de dood van de stier,
soms van het paard en hoogstzelden van de matador. Ik zie de wreedheid wel, de
ontreddering, de schoonheid ook en de chaos, maar het is net of ik er langs of
dwars doorheen kijk.
Francisco Goya tekende
sommige van zijn stierengevechten naar de waarneming, naar wat hij met eigen
ogen in de arena zag. Maar een groot deel ervan maakte hij naar aanleiding van
historische gevechten tussen mens en stier. Gevechten die hij zelf niet gezien
kon hebben maar waar tientallen jaren later nog over gesproken werd. Hij maakte
van de overgeleverde gebeurtenissen in de arena zijn eigen visuele
interpretatie.
Ik kijk opnieuw. Ik
zie de stier en de man te paard in een gestolde actie, als een momentopname
geknipt uit een vloeiende beweging. Ik zie twee donkere horens afsteken tegen
een witte flank; een witgrijze rug voor een diepzwarte borst; daaronder een
hermetisch silhouet als schaduw tegen de grond geslagen. De hals spant zich als
een boog, tegengesteld aan die van de teugels. Poten en benen kruisen elkaar
als schragen waarop het tafereel wordt gedragen. De kuiten van toeschietende
helpers op de achtergrond zorgen voor extra stevigheid, ze staan haaks op de
afzet van de stier. De draai is ingezet. Een botsing voorlopig afgewend.
Heel even is het
alsof ik de beweging zie vlak vóór en vlak na dit bevroren moment.
De vaart zit in het
gestrekte stierenlijf, in het paard dat op zijn achter poten balanceert en in het
voorover hellen van de ruiter. Een opeenvolging van een gestrekt en een gebogen
been tegelijkertijd. Een zijwaartse galop, een draai in een flits en ‘Bwaff’ daar
is de doffe klap.
Ik zie een collage
van losse elementen. De afzonderlijke onderdelen worden in een onnavolgbare
compositie tegen elkaar uitgespeeld. Zwart tegen wit en wit tegen zwart en alle
nuances daar tussenin. Opgebouwd uit talloze arceringen en kromme lijntjes
botsen de volumes op elkaar. Hol en bol schuiven achter elkaar langs. Diagonale
lansen en stokken rijgen de bewegelijke kluwen aaneen.
De plaats van
handeling, de arena, is minimaal aangezet. De houten omheining net voelbaar.
Het strakke ritme van de planken contrasteren overduidelijk met de wanordelijke
handeling op de voorgrond.
Semna van Ooy
oktober 2012
Geen opmerkingen:
Een reactie posten